Onderzoek: Ervaring van ex-RTC zwemmers

kickharderwijk

KNZB jeugdselectie kickoff 2013

11 sep ’16

door: Hans Elzerman (artikel is eerder gepubliceerd op facebookpagina “Schittering in het water” januari 2016)

 

Kunnen wij leren van de ervaringen van jonge zwemtalenten die (gemiddeld) enkele jaren deel hebben uitgemaakt van RTC’s? Om deze vraag te beantwoorden is een vragenlijst afgenomen bij 15 ex-RTC zwemmers die uiteindelijk niet aan de criteria van de KNZB voldeden om te mogen doorstromen naar het NTC.

Het model van talentontwikkeling wordt vaak als piramide weergegeven: veel jonge zwemmers aan de basis en slechts een enkeling die zich tot internationaal topzwemmer ontwikkelt. De lange weg van jonge zwemmer naar topsporter kent veel uitvallers.

Gedurende mijn aanstelling als RTC-coach bij de KNZB heb ik mogen werken met sporters die al wat hoger in de piramide van talentontwikkeling zaten. Ook voor hen gold echter een hoog uitvalpercentage.

Waarom zwemmers in deze fase afvallen is oppervlakkig gezien simpel. Ze boeken te weinig progressie en de kans dat zij zich tot internationaal presterend topsporter zullen ontwikkelen wordt door de KNZB als te klein ingeschat. De redenen waarom progressie uitblijft zijn moeilijker te achterhalen en vaak complex. Sporters, ouders, coaches en begeleiders hebben daar soms een heel verschillende mening over.

Om beter inzicht te krijgen in het functioneren van zwemmers binnen RTC’s leek het mij waardevol om hen zelf te vragen naar hun ervaringen. Daartoe heb ik in het najaar van 2014 bij 15 zwemmers die het RTC hadden verlaten (en niet doorstroomden naar het NTC) een enquête afgenomen over dit onderwerp. Betrokken zwemmers maakten deel uit van een RTC in de periode tussen september 2008 en april 2014. Ik ben de zwemmers dankbaar voor hun spontane medewerking.

BESCHRIJVING VAN DE GEËNQUÊTEERDEN

  • Aantal deelnemende zwemmers: 15 (9 meisjes; 6 jongens)
  • RTC locatie: 9x Amsterdam; 6x Eindhoven
  • Leeftijd bij instroom in het RTC: Meisjes 12-16jr / Jongens 15-17jr
  • Instroom in het RTC:  Tussen najaar 2008 en najaar 2013
  • Tijd doorgebracht in het RTC:  Meisjes: 7 maanden – 4 jr. en10 maanden; Jongens: 1 jr. en 2 maanden – 2 jr. en 9 maanden

Op het moment van afname van de enquête waren 12 van de 15 zwemmers nog actief als wedstrijdzwemmer.

VAN INSTROOM TOT UITSTROOM:

Het initiatief om zich bij een RTC aan te sluiten, lag in zes gevallen bij de sporter zelf. In zes gevallen lag dit initiatief bij de programmamanager talentontwikkeling van de KNZB en in de andere gevallen bij de eigen coach. De motivatie om naar een RTC te gaan was divers. De meest genoemde beweegreden was prestatieverbetering/doorgroei. Daarnaast werden m.n. de betere faciliteiten genoemd.

7 van de 15 zwemmers gaven aan dat er vooraf afspraken waren gemaakt m.b.t. doorstroom en/of uitstroom. Deze afspraken betroffen het zwemmen van een bepaalde tijd en/of vooruitgang in tijd of waren het realiseren van doelen in meer algemene zin (bv technisch, mentaal, lifestyle). 10 zwemmers gaven aan dat zij een minimale periode (doorgaans 2 twee jaar) bij het RTC hadden gekregen om zich te ontwikkelen.

In 10 gevallen was sprake van een opbouw van de trainingsbelasting met als doel daarmee aan te sluiten bij de trainingsachtergrond van de zwemmers. De zwemmers waren in meerderheid tevreden over de opbouw van de trainingsbelasting.

Het initiatief om bij het RTC te stoppen lag naar de mening van de zwemmers in 10 gevallen bij henzelf en bij de overige 5 bij de programmamanager talentontwikkeling van de KNZB en/of de RTC- coach. De zwemmers gaven de onderstaande redenen aan voor het stoppen bij het RTC (er konden meerdere redenen worden genoemd):

  • 15x Onvoldoende progressie*
  • 3x Niet te combineren met school
  • 2x Eenzaamheid
  • 1x Geen leuk zwemteam
  • 5x Programma niet goed voor mij
  • 2x Geen geschikte coach
  • 3x Geen plezier
  • 2 zwemmers vonden zelf dat ze wél voldoende vooruitgang hadden geboekt. In beide gevallen was de KNZB-staf een andere mening toegedaan.

9 van de 15 zwemmers gaven aan dat er na hun vertrek bij het RTC geen sprake was van enige nazorg. In 7 gevallen was men hier ontevreden over.

HUISVESTING EN ONDERWIJS

10 zwemmers zijn verhuisd om bij het RTC te kunnen zwemmen.  3 zwemmers gaven aan daarbij niet goed begeleid te zijn. Eén zwemmer was niet tevreden over de huisvesting.

De reistijd van huis naar het zwembad lag tussen 3 en 30 minuten. Zwemmers die thuis bleven wonen hadden over het algemeen de langste reistijd. Daar stond tegenover dat zij de minste tijd kwijt waren aan verzorging (koken, afwassen, wassen, strijken, etcetc.).

13 van de 15 zwemmers zijn van school veranderd om bij het RTC te kunnen zwemmen. In 7 gevallen is daarbij gekozen voor een schooltype op een lager niveau. 6 sporters waren niet tevreden over de begeleiding rondom de schoolkeuze, terwijl 8 sporters vonden dat de school niet bij hen paste.

TOEKOMST

7 zwemmers gaven aan dat zij, wanneer zij het nog eens over konden doen, weer voor een RTC zouden kiezen, in sommige gevallen echter met één van de volgende kanttekeningen:

  • op latere leeftijd
  • bij een andere coach/RTC

ADVIES AAN DE RTC’s/KNZB

De zwemmers werd tot slot de mogelijkheid geboden aan te geven wat zij de KNZB richting de toekomst zouden willen adviseren. Onderstaand een samenvatting van hun opmerkingen:

  • Verklein de ervaren kloof tussen RTC’s/NTC en de rest van serieus wedstrijd zwemmend Nederland. Er is in de loop van de jaren een sterk wij-versus-zij-gevoel ontstaan.
  • Laat jongeren zich ontwikkelen bij clubs in de eigen omgeving met goede faciliteiten en een goede coach ipv op jonge leeftijd te verhuizen om bij een RTC te zwemmen.
  • Heb meer oog voor de (trainings-)wensen en behoeften van de individuele zwemmers. Stel de zwemmer centraal.
  • Leg de focus op meer dan de (korte) vrije slag nummers
  • Communiceer duidelijk over eisen e.d.
  • Sta meer open voor kritiek van binnen- en buitenaf.
  • Streef naar gelijke behandeling
  • Vermijd dubbele functies (coach én TD)
  • Stel betere coaches aan
  • Zorg voor betere begeleiding van zwemmers die op jonge leeftijd verhuizen om bij een RTC te trainen
  • Ga zuiniger met talent om (er is een te grote uitstroom).
  • Maak werk van teamvorming, zowel binnen RTC’s, tussen RTC’s als tussen RTC’s en NTC.
  • Creëer een transparante organisatie met duidelijke regels en criteria, verantwoording van budgetten en publicatie van prestaties (niet van sporters, maar van de organisatie)
  • Stel een meerjaren beleid op waar men zich ook aan houdt. Nu is er veel te veel ad hoc beleid bv mbt limieten, trainingskampen, NK-locatie, NK Club, etc
  • Draag zorg voor gestructureerde periodieke evaluatie met sporters, ook bij uitstroom en doorstroom. Evalueer niet alleen de zwemmer maar ook de bijdrage van RTC, KNZB, coach en begeleiding.

TOT SLOT: EEN ZWEMMER AAN HET WOORD:

Toen ons in november werd verteld aan welke tijden wij in april moesten voldoen is naar mijn idee de sfeer binnen de groep totaal omgeslagen. Wat eerst een leuke, ontspannen groep was werd een groep waarin de druk en het ‘naderende afscheid’ erg te voelen was. Iets wat naar mijn idee de prestaties van allen niet ten goede is gekomen. Als ik het nog een keer zou mogen doen zou ik proberen, in ieder geval bij mijzelf, de druk wat weg te nemen en proberen er meer ontspannen in te staan en te genieten van het zwemmen. Dit heb ik zeker de laatste maanden absoluut niet gedaan en vind ik erg zonde.

NAWOORD:

Ik heb er in dit artikel bewust voor gekozen alleen de antwoorden van de zwemmers (samenvattend) weer te geven en hier geen conclusies uit te trekken. Als auteur hoop ik uiteraard dat bovenstaande resultaten aanleiding zijn voor een verdere evaluatie van het functioneren van de RTC’s. De zwemmers verdienen dat!

 

One Comment on “Onderzoek: Ervaring van ex-RTC zwemmers”

  1. Als ik naar het advies van de zwemmers kijk, dan denk ik dat het tweede punt heel belangrijk is. Zorg ervoor dat zwemmers t/m de middelbare school gewoon vanuit huis kunnen blijven trainen. Ik heb hiervoor in januari 2015 een zeer gedetailleerd plan gepresenteerd aan Joop Alberda en Titus Mennen. Dit plan is gebaseerd op ongeveer 30 regioverenigingen verspreid over heel Nederland. Kort gezegd is het doel van het plan dat de regiovereniging ervoor zorgt de verenigingen en de talenten in de regio betere ondersteuning krijgen. Hierdoor moet de basis van het zwemmen op een hoger niveau komen te liggen en d.m.v. samenwerking moet het mogelijk zijn om talenten voldoende uren training aan te bieden. De overgang naar een RTC komt dan op latere leeftijd en zal waarschijnlijk minder impact op de zwemmer en zijn familie hebben. Helaas vond Joop dat dit plan te ver ging en Titus was van mening dat de RTC’s al voldoende ondersteuning geven. Ik ben nog steeds van mening dat dit plan ervoor kan zorgen dat er meer talent komt en dat er minder talent verloren gaat in Nederland. Ik zou dan ook graag nog een keer mijn plan bij de KNZB willen presenteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *