12 sep’16
Door: de redactie
Op het internet komen we regelmatig zeer interessante artikelen tegen waar we, vanuit Nederlands perspectief, heel goed ons licht eens over kunnen laten schijnen. Zo verscheen op swimmingworldmagazine onlangs onderstaand (Engelstalig) artikel met leeftijdsanalyses van de finalisten in Rio en Londen, uitgezet naar geslacht, slag en afstand. Ter vergelijking is de gemiddelde leeftijd in de finale van de kwalificatiewedstrijden in Canada, Australië, Groot Brittannië, Japan, Rusland & Brazilië ook meegenomen in de vergelijkingen.
Age Analysis Of Rio Swimming Finalists: The Older The Better!
Wat valt ons op?
1) 50m zwemmers zijn gemiddeld wat ouder dan de zwemmers op alle andere afstanden. Dat fenomeen is niet nieuw. Voor het sprinten is veel kracht nodig. Daarvoor heb je een bepaalde ‘gehardheid’ nodig die pas na vele jaren training ontstaat. Bovendien zijn er altijd zwemmers die, naarmate ze ouder worden, wat terug gaan in wedstrijdlengte, waardoor de concurrentie toeneemt. En… ook niet onbelangrijk. Naarmate je ouder wordt heb je veel meer hersteltijd nodig. Het trainen voor een 50m nummer is dan langer en beter vol te houden dan
Podium 100m vlinderslag RIO; Phelps (31), Cseh (31), Schooling (21) en Le Clos (24)
het trainen voor langere afstanden die fysiek een grotere aanslag doen op het herstelvermogen.
De gemiddelde leeftijd voor de heren op de 50m was zowel in Rio als in Londen ongeveer 26 jaar. Terwijl de dames met een gemiddelde van 25 jaar in Rio beduidend jonger waren dan in Londen (27 jaar).
Train je een Nederlandse topsprinter bij de jeugd met een Olympische droom? Dan is het dus de uitdaging om deze niet alleen nog heel veel progressie te laten boeken, maar ook om deze zwemmer nog gemiddeld zo’n 8 jaar ná de EJK leeftijd met veel plezier en uitdaging te laten trainen. Er is een heel groot gat te overbruggen als het over sprinten gaat. Maar hoe zit dat bij de andere afstanden?
2) Bij de andere afstanden zit er, zeker bij de dames, nauwelijks verschil in leeftijden, terwijl je bij de heren ziet dat de mannen van de langere afstanden gemiddeld iets jonger zijn. Veel scheelt het niet. Grofweg ligt de gemiddelde finale leeftijd op de Olympische Spelen tussen de 22 en 24 jaar.
3) Bij het vergelijken van de verschillende slagen onderling blijkt er geen verschil te zitten in leeftijd. Ook hier zitten de gemiddeldes tussen de 22 en 24 jaar, waarbij de heren gemiddeld net iets ouder zijn dan de dames.
Consequenties
Welke consequenties heeft dit voor het trainen van Nederlandse zwemmers met olympische ambities?
In de eerste plaats zal er veel, héél veel geduld nodig zal zijn. Om ‘gemiddeld’ Olympisch finale niveau te halen moet er na de EJK en NJJK leeftijd nog zo’n 4-6 jaar overbrugt worden om in elk geval de leeftijd te hebben van de gemiddelde finalist. In de tweede plaats, zal de zwemmer in die hele lange periode continue uitgedaagd moeten worden, falen, leren omgaan met teleurstellingen, leren omgaan met overwinningen en leren om succes te boeken. Voor de trainers, met hun begeleidingsteams, een leuke, maar ook enorme uitdaging om dit voor zo’n lange periode georganiseerd te krijgen!
Zeker als je bedenkt dat de gemiddelde Nederlandse jeugd zwemmer qua niveau, ontwikkeling en aantal trainingskilometers nogal achter loopt ten opzichte van de jeugdzwemmers uit veel landen. En dat geldt zeker voor de genoemde landen in dit onderzoek. Je zou haast geneigd zijn te denken dat het een mission impossible is geworden.
Maar…. Niets is minder waar, want er gloort ook hoop! Zo bedroeg de spreiding in leeftijd van de verschillende finales, zowel in Londen als Rio, voor dames 16 tot 33 jaar en de heren 17 tot 33 jaar. Op iets latere leeftijd aansluiten is dus niet onmogelijk.
En….
Misschien kunnen we de achterstand die er op EJK leeftijd is wel inlopen in het traject daarna? Door slim en goed te trainen en gebruik te maken van de ‘voorzichtige’ opbouw zoals we dat in Nederland nog steeds gewend zijn. Veel van de huidige Nederlandse toppers wisten juist na hun EJK leeftijd nog een aantal essentiële stappen te zetten, doordat ze in de jeugd voorzichtig zijn ‘gebracht’. Dus onmogelijk is het niet. Het is aan de huidige generatie zwemmers en trainers om diezelfde progressie te bewerkstelligen!
