De invloed van de energie-inname op de groei en ontwikkeling van jonge zwemmers

8 dec’16 door: Alan Smeets

De ontwikkeling van jonge sporters tot Olympische atleten begint al op clubniveau, hier wordt de basis gelegd voor de verdere carrière van een sporter. In de periode dat zwemmers actief zijn op clubniveau vindt ook het grootste deel van hun lichamelijke groei en ontwikkeling plaats, dit gebeurt echter niet bij iedere zwemmer even snel. Een gezond en gevarieerd voedingspatroon is hierin essentieel.

Bij de junioren komt het regelmatig voor dat het verschil in lengte en de mate van lichamelijke ontwikkeling enorm verschilt binnen een bepaalde leeftijdscategorie. Dit kan veroorzaakt worden door de maand waarin iemand geboren is, iemand die in januari is geboren is bijna een jaar ouder dan iemand die in december geboren is, maar dit verschil kan ook ontstaan doordat niet iedereen op hetzelfde moment aan de groeispurt en de lichamelijke ontwikkeling begint. Voor trainers is het niet altijd makkelijk om hiermee om te gaan, maar het kan wel een belangrijke schakel zijn in de ontwikkeling naar een Olympische sporter.

Kinderen (5-12 jaar) en adolescenten (13-18 jaar) hebben voldoende energie nodig om te groeien en zich lichamelijk te ontwikkelen, maar ook voor de fysieke inspanning die ze leveren tijdens de zwemtrainingen. Als een zwemmer gedurende een langere periode meer energie gebruikt dan hij/zij binnen krijgt kan dit onder andere de groei en ontwikkeling afremmen of vertragen. Ook het risico op blessures wordt groter1 4.

Relative Energy Deficiency in Sport

Bij volwassen sporters is al veel onderzoek gedaan naar energietekorten door een verkeerd eetpatroon of door een te hoog energiegebruik. Veel van dit onderzoek heeft zich gericht op vrouwen. In 2005 heeft de medische commissie van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) een consensus statement uitgebracht waarin de Female Athlete Triad beschreven wordt2. Dit syndroom bestaat uit drie condities die onderling samenhangen, namelijk een lage beschikbaarheid van energie (energy availability), menstruele problemen en een verlaagde botdichtheid.

Tegenwoordig richt het onderzoek zich niet meer alleen op vrouwen. Tevens wordt het gezien als een syndroom als gevolg van een relatief energietekort. Hierbij worden veel fysiologische functies beïnvloed, waaronder de stofwisseling, menstruele functie, gezondheid van de botten, immuniteit, eiwitsynthese en de cardiovasculaire en psychische gezondheid. In 2014 heeft de consensus groep van het IOC dan ook de bredere term Relative Energy Deficiency in Sport (RED-S) geintroduceerd3.

De energie die sporters via hun voeding binnen krijgen wordt door het lichaam gebruikt voor de dagelijkse activiteit, waaronder het sporten, maar ook voor allerlei andere processen die zich in het lichaam afspelen. Een relatief energietekort zoals de medische commissie van het IOC beschrijft komt dus voor als een sporter te weinig energie overhoudt voor deze processen en het lichaam zich hierop gaat aanpassen om energie te besparen. Het lichaam kan dan bijvoorbeeld energie besparen die bedoeld is voor de groei en ontwikkeling.

Het verschil in energiegebruik tussen kinderen

Met een optimaal voedingspatroon levert lichaamsbeweging allerlei gezondheidsvoordelen bij kinderen op. Wanneer jonge zwemmers slecht eten of trainingen doen die te zwaar zijn voor hun leeftijd of ontwikkelingsniveau dan kunnen de voordelen van lichaamsbeweging ook worden opgeheven.

Jongeren zijn, vaak onder invloed van social media, meer met hun eten, gewicht en figuur bezig. Vaak wordt ook vergeten dat sommige kinderen naast het zwemmen actiever zijn dan andere kinderen. Vanaf de middelbare school gaan veel kinderen bijvoorbeeld met de fiets naar school. Een dagelijkse fietstocht van huis naar school van zo’n 5-10km en weer terug, eventueel op de fiets naar het zwembad, de sportlessen op school en de zwemtrainingen zorgen ervoor dat het energiegebruik bij sommige kinderen erg hoog is. Dit alles vindt ook plaats op een leeftijd dat kinderen groeien en zich ontwikkelen.

Het is niet makkelijk om aan te geven hoeveel kinderen zouden moeten eten. Richtlijnen voor volwassen sporters gelden niet altijd voor kinderen. Vaak moeten actieve kinderen meer eten dan hun ouders, tenminste als de ouders een normaal voedingspatroon hebben. Voor veel actieve kinderen is dit een probleem omdat ze verkeerde dingen eten of omdat ze geen honger hebben.

Het verschil in ontwikkeling tussen kinderen

Tussen kinderen onderling bestaan er ook grote verschillen. Een kind met een chronologische leeftijd van 12 jaar heeft een biologische leeftijd die tussen de 9 en 15 jaar ligt. Het verschil in ontwikkeling tussen een 9-jarige en een 15-jarige is enorm. Toch worden deze zwemmers meestal op dezelfde manier getraind en zwemmen hun wedstrijd in dezelfde leeftijdscategorie.

Naarmate de kinderen in een zwemvereniging ouder worden gaan ze meer en zwaarder trainen. Jongens en meiden die al vroeg met hun groeispurt en ontwikkeling beginnen trainen tijdens deze periode minder dan jongens en meiden die laat met hun groeispurt en ontwikkeling beginnen. Een zwemmer van 12-13 jaar traint vanzelfsprekend minder/lichter dan een zwemmer van 14-15 jaar. Het energiegebruik is dan ook een stuk hoger en het risico op een energietekort dus groter. Trainingen en planningen moeten dus op de biologische leeftijd geschreven worden en niet op de chronologische leeftijd.

In het consensus statement van het IOC wordt aanbevolen om sporters goed voor te lichten over gezonde voeding en de invloed van voeding op de gezondheid en de prestaties van een sporter. Kritische commentaren over het gewicht of figuur van een sporter moeten ook voorkomen worden.

Wanneer je binnen een zwemvereniging werkt met fanatieke sporters, kan het ook belangrijk zijn om regelmatig de lengte en het gewicht te meten van de kinderen. Het volgende artikel op de Canadian Sport For Life website is een interessante aanvulling op dit artikel:

http://canadiansportforlife.ca/sites/default/files/resources/MonitoringGrowth(1).pdf (28-11-2016)

Bass, S., & Inge, K. (2006). Nutrition for special populations: children and young athletes. In L. Burke, & V. Deakin, Clinical Sports Nutrition (pp. 589-32). Sydney: McGraw-Hill.

IOC Consenus Statement on the Female Athlete Triad. (2005). Opgehaald van https://stillmed.olympic.org/Documents/Reports/EN/en_report_917.pdf

Mountjoy, M., Sundgot-Borgen, J., Burke, L., Carter, S., Constantini, N., Lebrun, C., . . . Ljungqvist, A. (2014). The IOC consensus statement: beyond the Female Athlete Triad–Relative Energy Deficiency in Sport (RED-S). British journal of sports medicine., 48(7):491-7.

Pelly, F., Meyer, N. L., & Hunking, P. J. (2011). Population groups I Children. In S. A. Lanham-New, S. J. Stear, S. M. Shirreffs, & A. L. Collins, Sports and Exercise Nutrition (pp. 316-322). West Sussex: Wiley-Blackwell.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *