Athlete Support Programmes

27 sep’17 door: Hans Elzerman

A Review of Current Knowledge on the Development of the World’s Best Sporting Talent (Tim Rees e.a.; Sports Med (2016) 46: 1041–1058).

Bovenstaand artikel heeft inmiddels tot een reeks publicaties op deze pagina geleid en ook onderstaande tekst komt hier goeddeels uit voort. Deze keer gaat het om Athlete Support Programmes dat ik heb vertaald als ondersteuningsprogramma’s. In de Nederlandse sport gaat het daarbij vooral om RTCs en NTCs. Dit artikel is daarmee tegelijkertijd het laatste in mijn serie over centralisatie.

Ondersteuningsprogramma’s en leeftijd

Onderzoek in een groot aantal Europese landen laat zien dat de meeste talent identificatie systemen in sport, geleverde prestaties en wedstrijd resultaten als belangrijkste criterium gebruiken voor de selectie van sporters voor deelname aan een ontwikkelingsprogramma. Alhoewel de meeste topsporters in enig stadium gebruik hebben gemaakt van een ondersteuningsprogramma, is er bewijs dat succes op jonge leeftijd geen voorspellende waarde heeft t.a.v. prestaties op senioren leeftijd.

Grote longitudinale studies in diverse sporten ondersteunen dit en laten zien dat:

  1. er een groot verloop is van sporters binnen selectie groepen,
  2. hoe jonger sporters zijn bij eerste rekrutering voor een ondersteuningsprogramma, hoe jonger ze het programma ook weer verlaten
  3. hoe hoger het prestatie niveau binnen het ondersteuningsprogramma en op senioren leeftijd, hoe ouder de sporters waren bij eerste rekrutering.

Ook andere studies laten zien dat sporters van het aller hoogste niveau, gemiddeld aanzienlijk later in een ondersteuningsprogramma terecht kwamen dan sporters die dat niveau uiteindelijk niet bereikten.

Terzijde, maar niet onbelangrijk: Het artikel refereert ook aan onderzoeken die aantonen dat medaille succes van sporters die een op topsport gerichte school bezochten en zij die dat niet deden, niet verschilde, terwijl de schoolprestaties van de laatste groep beter bleken.

Op basis van alle literatuur concluderen de auteurs dat de bijdrage van vroege ondersteuningsprogramma’s aan de ontwikkeling van sporters tot topsporters op het hoogste niveau, hooguit matig is. “Het traject richting topsport verloopt grillig, met herhaalde selectie en deselectie, i.p.v. (de vaak veronderstelde) lineaire progressie binnen een ondersteuningsprogramma.”

De auteurs adviseren beleidsmakers om te onderkennen dat:

  • junior succes niet significant voorspellend is voor succes op het hoogste niveau,
  • vroege ondersteuningsprogramma’s niet de enige (en zeker niet de meest efficiënte – red) weg zijn in talent ontwikkeling,
  • ondersteuningsprogramma’s toegankelijk moeten zijn voor sporters van alle leeftijden en dat daarmee ook gedeselecteerde sporters gevolgd moeten blijven worden met het oog op eventuele terugkeer in het programma.

Na een opmerking m.b.t. het monitoren van de effectiviteit van ondersteuningsprogramma’s, eindigen de auteurs met de volgende vraag:

“Waarom slagen schijnbaar getalenteerde, en zeer gemotiveerde, sporters er niet in zich op cruciale momenten verder te ontwikkelen (post EJK? – red). Vereisen sport systemen vooral dat de getalenteerde sporter zich aanpast, meer dan dat het systeem zich aanpast t.b.v. de optimale ontwikkeling van de individuele sporter?”

One Comment on “Athlete Support Programmes”

  1. Beste Hans, bedankt voor dit artikel. Het geeft weer aan dat met name de clubs faciliteiten moeten hebben om jonge sporters de kans te geven zich in eigen omgeving te ontwikkelen. Uit diverse studies blijkt ook dat talenten zich pas vanaf 15 à 16 jaar kunnen doorontwikkelen tot mogelijke topsporters. Daarbij komt ook dat er een klik moet zijn tussen trainer/coach en de sporter. Sporters die in eigen omgeving zich willen verbeteren worden vaak uitgesloten van faciliteiten. Hoe mooi zou het zijn als daar verandering in kwam, meer overleg met trainers, ook om elkaar beter te maken. Op 18 november is er weer een bijscholing van de NVVZT met O.a Jon Urbanchek (Michigan, voormalig trainer van de beste wisselslag zwemmers in de wereld waaronder Marcel Wouda), Wendy Vd Zanden en Bert van Poucke, van harte aanbevolen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *