Ronald, nieuwe miniorenouder? idee voor minioren dl4

19 jan’18 door: Ronald

Oosterwolde in de jaren ’80….  De mistige dampen boven de Slatten, kanaaltjes in de woonwijk op weg naar het zwembad in Oosterwolde. Zes jaar oud bij moeders achterop naar de zwemles van half zeven s ochtends tot zeven, een half uur zwemmen voor mijn A diploma en daarna naar school. Zwemmen leren was voor mij eigenlijk elke les wedstrijdjes doen met de andere kinderen in de baan, fantastisch !!!. Ik deed er een jaar over. Ook omdat mijn idee van wedstrijdjes doen niet altijd strookte met de meest efficiënte manier van zwemmen leren, toentertijd alleen de schoolslag.

Mijn gebrek aan talent werd gecompenseerd door mijn enthousiasme voor het wedstrijdjes doen. Onze badmeester en trainer van de plaatselijke zwemclub, Lous Oldersma gaf aan dat ik op wedstrijdzwemmen moest gaan. Mijn ouders waren het hier helemaal mee eens want, met de strandvakanties in Frankrijk en Spanje in het verschiet, was het handig als de kids goed konden zwemmen. Dus een paar jaar op de zwemclub was een prima idee om het zwemmen beter te leren en mezelf beter te kunnen redden in de zee.

Bovenstaand verhaal is vermoed ik het Gouden Ei van de zwemsport geweest.  Geweest… dat wel. Grote groepen kinderen door het hele land kwamen via een natuurlijke doorstroom bij de zwemclub terecht. Deze natuurlijke doorstroom is weg en  dat bedreigt onze sport. De grote aantallen minioren zijn niet meer, ook de natuurlijke instroom is volgens mij volledig weg.

Mijn dochter van vier zeilde op een verbluffend snelle manier door haar Zwem-ABC. Haar moeder kan niet eens zwemmen en over mijn zwemtalent zijn geen grote stukken in de krant verschenen, maar Julissa haalde haar drie diploma s binnen een jaar. Pa blij en wij naar de zwemclub, maar helaas… Ze vond de zwemlessen best leuk maar het gaan naar de zwemtraining een ramp. Ik snapte er niks van. Ik zag trainers dingen doen die ik zelf ook had gedaan; de vier zwemslagen aanleren via iets wat op een leergang lijkt.

“Papa ik vind het zo saai ik wil niet meer”. “Kom op, ik heb snoepjes in de auto …. Zullen we gaan?” “Papa ik wil niet meer.” “We zitten nu op een sport en dan moet je ook naar de training dus we gaan.” “Ik ga nog een keer maar nooit meer…” Zo maar een bloemlezing uit gesprekken tussen mij en mijn dochter een uur voor de zwemtraining.

Kinderen van vijf leren anders en beleven lessen anders. Hun concentratie werkt anders dus moeten lessen anders. Kinderen van onder de zeven moet je anders trainen om het leuk te houden dan kinderen van acht weet ik nu. Doen we hier genoeg mee ? variëren we genoeg? Zit er genoeg spel in de lessen? Nemen we wel de tijd om deze jonge kinderen van de zwemsport te laten houden?

Julissa doet nu aan hardlopen en taekwondo, deze sporten vindt ze geweldig. Ik snapte er niet veel van, maar ze vindt het fantastisch! In beide sporten wordt een uur training gevuld met wedstrijdjes, uitdagingen en coördinatie oefeningen. Er wordt heel veel aangestipt maar nergens echt diepgaand een beweging aangeleerd. Het zijn wel super gevarieerde lessen waar steeds in kleine blokjes iets wordt aangeboden en daar na weer een spelvorm. Het stappen maken in een leergang is vaak veel tijdrovender.

Volgens mij willen we veel te snel en moeten we deze groep kinderen niet overladen met een uur lang leren van zwemslagen, maar bewegingen uitlokken door middel van wedstrijdjes en uitdagingen.  Volgens mij is het ook superbelangrijk om heel veel leuke en sociale dingen te doen met deze kinderen zodat er vriendschappen ontstaan die ervoor zorgen dat de kinderen minder snel verdwijnen.

Uiteraard heb ik wel ideeën over hoe we dat zouden moeten aanpakken maar ik verheug me nu al op de discussies over dit onderwerp. Maar kunnen we als trainers en KNZB wel wat opschieten?Ik heb nog een dochter die over twee jaar begint met zwemles dus over drie jaar moeten we toch echt wel een betere aansluiting hebben op het zwem ABC.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *